Vaarwel mijn lieve belspeldel
Van je afscheid kreeg ik kippevel
ik je ga missen, echt heel fel
Je geratel was o zo rad, je tong zo snel
Hij die jou afschaft verdient de cel
een zware ziekte, en geen herstel
veel prikkedoorns, een heel dun vel
een mediaopstand en een aanhoudingsbevel
Vaarwel mijn lieve belmamzel
dankeschön, merci, dank je wel,
voor hersenloos vertier, je verbale pingpongspel
bij jou geen kommer, en ook geen kwel
Onze nachten liepen parallel
je was altijd daar voor mij, op het appèl
mijn nachtelijkste rolmodel
met je hopeloze bellers-carrousel
Misschien kan je terecht bij belspel punt nl
of als majorette lopend voor de blaaskapel
of als animeermeisje in een hotel,
vol dikke Duitsers met een tooggezwel
Het eindigt dus hier, mijn tuttebel
mijn lieve VT4 of 2BE-poesjenel
Het ga je goed, het ga je wel
Ik pink een traan, adios, vaarwel