|
||||||
![]() |
|
Posts met de tag « Genk»:
jun
22
2015
Op C-mine ExpeditieGoogle eens “C-mine expeditie”. 9 van de 10 resultaten kauwt het zinnetje uit de brochure na: “C-mine expeditie, een uniek belevingsparcours in ondergrondse mijngangen.” Geen woord van gelogen dan ook. Misschien wel wat overdreven. C-Mine. Want daar is het. Of toch, zo heet het daar tegenwoordig: serieuze verbetering ten opzichte van “De mijn van Winterslag”. Dat soort verwachtingen maakt de C-mine expeditie dus niet helemaal waar. Maar “een slim geconstrueerde wandeling door een wat gangen in de ex-mijn van Winterslag“, dat is het wel. Zeker een aanrader met kinderen is zoals wij de “Cyriel de Krekel” expeditie doen. De kinderen krijgen dan een zeer leuk gemaakt boekje en een gordel met gereedschappen en moeten op een aantal plaatsen in de wandeling aan de slag om tips bij elkaar te sprokkelen. Die tips leiden dan naar de plaats waar ze Cyriel kunnen vinden. (Extra tip, voor de wat luiere kinderen: alle tips staan ook gewoon op de bladzijde voor die waar ze moeten gaan zoeken). Na afloop kunnen ze nog een Cyriel de krekel medaille persen (wel een slimme manier om die gordels terug te krijgen, dat). De kinderen waren dus zeker content, al was er ook wat teleurstelling omdat ze niet de indruk hadden echt ondergronds of “in” de mijn te zijn geweest. Er wordt – zo zagen wij vanop de liftblok – ondertussen op het middenplein een doolhof in elkaar gelast. Dat lijkt ook wel iets leuks te worden. Zolang ze het maar niet in de markt gaan zetten als het “C-Mine Labyrint, een uniek wandelparcours in waanzinnige spelonken“.
mei
2
2012
O O GenkWas ik vorige week nog bereid lang en hard te lachen met de “citymarketing” van Genk, was ik gisteren toch weer gecharmeerd. Vorige week, dat was het stadsmagazine. Dat stonk. Ook vorige week, een grootse lipdub, 1000 deelnemers en een regie van Dominique Deruddere bij de opening van de binnenplaats van het geweldige project C-mine. Een lipdub die helaas niet deugde (de woorden van het lied aan de deelnemers leren, enigermate synchroon met het lied meelippen, en doorgaan in 2009, het zijn maar enkele van de ingrediënten der geslaagde lipdub) 2 keer minder geslaagd, dus. Maar gisteren, de verzoening, door de 1 mei stoet. Vroeger een bloemenstoet, met 1 mei koningin en een paar fanfares. Maar tegenwoordig serieus onder handen genomen. Gerestyled (nu een plezante parade) en gerenamed (nu O-Parade, met de O van verwondering). Nog nooit zoveel volk in Genk geweten (200.000 man, blijkbaar). En het was leuk, Zinnekesparade leuk. Een paar foto’s, de volledige set staat op Flickr: Â
dec
14
2009
I love a girl in uniformEen bekentenis, van een vaststelling. Dat meisjes en vrouwen in uniform enkele sporten opklimmen op mijn ladder der aantrekkelijkheid. De stewardess, de kaartjesknipster, mevrouw soldaat, de meid in het hotel, de amazone, de agente. Ik smelt. Is het omdat een vrouw in uniform mooi is met een functie? Haar schoonheid niet alleen voor de garnituur? Of is het een vreemde regressie naar mijn jeugd, waar à lle begerenswaardige meisjes rondfietsten in uniform? En toch, ik zag en zie ik ook het onbehagen, van de vrouw in het keurslijf. De onvrede van de kaartjesknipster met haar rode hoedje. De goesting van de hotelmeid om gewoon in trainingspak de gang te komen dweilen. De jarenlange dégoût die mijn zus kweekte tegen alles wat zelfs maar naar groen zweemde. Ik voel hun pijn. Ik vind hem mooi.
feb
15
2009
ElektronicakerkhofBij een zondags bezoekje aan mijn ouderlijk huis in Genk werd ik er door mijn vader op gewezen dat er nog “een beetje oude rommel” van mij op zolder stond. En of ik eens kon zeggen wat daarvan weg mocht, en wat ik wilde houden. Een kabelmodem (1), een telefoonmodem (1), video-recorders (2), een elektrische type-machine (1), een laptop (1), luidsprekers (4), cassette-recorders (3), platendraaiers (3), versterkers (2), printers (2), een walkman (woot!), mijn kot-televisietoestel (een erfstuk van m’n oma), wekker-radio’s (2) en nog een stuk of 20 lege dozen. Sommige dingen nog werkend, maar het meeste met hier of daar een klein mankementje. Wellicht wel te herstellen door iemand met wat kennis van circuits en zekeringen, maar geen van allen het geld van zo’n reparatie nog waard. Een versterker en een platenspeler heb ik gered. De rest is ondertussen zijn bestaan roemloos geëindigd op een Genks containerpark. Confronterend. Nu, een paar dingen zijn hun geld ook wel waard geweest. Die typemachine bijvoorbeeld, daar heb ik nog ooit een hete vervelende zomer lang “Onder de Vulkaan” van Malcolm Lowry uit het Engels mee vertaald. Don’t ask. Of die platenspelers, die hebben hun werk gedaan. Dat cassette-recordertje van Philips, daar is de halve collectie van de platen-uitleen-afdeling van de Genkse bibliotheek ooit mee opgenomen (in de dagen dat hometaping nog volop aan killing music deed). De soundtrack van mijn jeugd, de dingen waar je later altijd het meest lyrisch over wordt, heeft erop gespeeld. ’t Is allemaal voor de pletwals. Of mag Afrika een beetje gaan vergiftigen.
mrt
6
2008
Een jeugd in plaatsen (2): een eerste huis
Drie dagen na mijn geboorte werd ik meegevoerd vanuit het Sint-Jans-Ziekenhuis naar een erg tijdelijke eerste plaats waar ik mocht wonen: Gildelaan, op de plaats waar momenteel de Jaarbeurslaan (Limburghal en zo) en de Weg naar Hasselt samenkomen. In een Volkswagen kever. Een witte. In een van die lugubere appartementen (1ste verdieping, maar ik weet niet precies van welk gebouw) heb ik een maand of 4 van mijn bestaan gesleten. De eerste maanden, dus je zou verwachten dat die een diepe indruk zouden nalaten. Maar nee. Niks, niks, niks, weet ik daar nog van. We schrijven 1968. Augustus. The Summer of love! Overal hippies, vrije liefde, Woodstock en rockmuziek. Maar wellicht op dat moment nog niet in Genk, of toch niet in mijn baby-bestaan. Waren daar: mijn mama (Madeleine, werkte in een bank, maar stopte na mijn komst met werken), mijn papa (Romain, werkte toen nog even in het Belgisch Leger als beroeps-“boeffer”, of was misschien al net begonnen bij Ford). En mijn zus, Hilde, die op dat moment al 5 was en vanaf dan haar leven grondig verstoord zag. Ook mijn opa Matthijs moet toen nog in de buurt geweest zijn. Ik heb de man (een mijnwerker met stoflong) helaas nooit gekend, want hij is een jaar later overleden. Er zijn geen foto’s van ons samen. Maar ik heb nog op zijn schoot gezeten. Hopelijk heb ik het toen droog gehouden.
mrt
5
2008
Een jeugd in plaatsen (1): het ziekenhuis
Deel 1 van deze reeks kan uiteraard niet om op de plaats heen waar het voor mij allemaal begon: de plaats waar ik geboren ben. En dat was hier: Het Sint-Jans-Ziekenhuis, Weg naar As in Genk. In een van die kamertjes in het grote gebouw centraal rechts moet het gebeurd zijn. Cameraploegen van VT4 noch VTM, van “Het Leven zoals het Is” noch van Vitaya, amateurfilmers noch fotografen waren aanwezig. Ik weet zelfs niet meer dat ik op dezelfde plaats een jaar of twee later nog eens terug ben geweest, om een ingeslikte punaise (duimspijker voor onze Nederlandse medemensen) uit mijn slokdarm te laten verwijderen. Het was geen lekkere punaise, zeker? Ik weet nog een beetje van het weëe gevoel dat ik had toen ik later op dezelfde plaats nog eens terug moest gaan om mijn amandelen te laten trekken. Eenzaamheid. Schreeuwende kinderen. Tekeningen aan de muur. En nog meer slechte herinneringen toen ik rond de leeftijd van 8 jaar een kleine operatie aan mijn lulletje moest laten doen (voorhuid vastgegroeid aan het eikeltje, naar ’t schijnt komt het meer voor dan je denkt). Met de onderbuik bloot op de operatietafel, met een lieve verpleegster die met watjes en doekjes aan uw gevalletje aan het wrijven ging, en dat alles lang voor erotische gedachten aan dergelijke situatie ook maar in u op zouden komen. Trauma. Wel veel cadeau’s, een spannend boek, en gelukkig toen nog geen cliniclowns in zicht. Het Sint-Jansziekenhuis ging op die plaats later dicht. Er kwam een kunstschool. Het hospitaal kwam terecht in de bossen van Kattevennen, en heet nu ZOL (Ziekenhuis Oost-Limburg). Daar kwam ikzelf gelukkig nooit te liggen, wel natuurlijk al op bezoek gemoeten bij zieke moeders, vaders, oma’s, nonkels … Onderaan op een gedraaid beeld van het oude ziekenhuis zie je “Herfstvreugde”: het bejaardetehuis waar mijn lieve oma kwam te liggen nadat ze dement werd. Tot ze niks meer wist. En er stierf, onwetend over wat was of wat zou komen. Veel vreugde was er in die herfst niet meer te vinden. Geboorte en dood: weeral bewezen dat het dicht bij elkaar ligt. “Birth, School, Work, Death” zongen de ziedende Godfathers al, en uiteraard is dat ook the story of my life: Volgende aflevering: de papschool.
dec
11
2007
Stadsplein Genk-centrum: G-plek?Tijdens ons veertiendaags bezoekje aan mijn ouders in Kolderbos (een wijkje op een kilometer van Genk-Centrum) kwam ik eergisteren op het onzalige gedacht eens rond te gaan kijken in het vernieuwde deel van het Centrum van Genk. Want dat ze daar serieus aan het verbouwen zijn, dat wist ik al lang. En dat ze nu al een stuk geopend hadden, was ook al tot in Balegem doorgedrongen. Allen daarheen dus? Bof… Wat is de bedoelingDe plannen waren ambitieus. Midden in Genk-centrum lag er immers een knoert van een plein: het Sint-Martinusplein, zo groot dat het misschien beter Sint-MartinusPlateau had geheten. Lichtjes megalomaan, zoals de rest van Genk (altijd verwikkeld in een race met aartsconcurrent Hasselt voor de “grootste dit” of de “grootste dat”). Een plein waar je altijd je auto gratis kwijt kon, een plein waar Racing Genk waardig kampioen kon vieren. Een betonvlakte, met vrij spel voor de wind tussen de blokkendozen van het station, het stadhuis, Shopping 3 en de GB. “Waarom steken we de auto’s niet eens onder de grond, dan kunnen we ook dat plein nog vol met nieuwe blokkendozen steken?“, moet er iemand op een bepaald moment gedacht hebben (een projectonwikkelaar met een onverwerkt verleden in legoblokken of een mislukte deelname aan de quiz van Ben Crabbé wellicht). De oorspronkelijke plannen (van 1998) werden na een volksraadpleging later (in 2002) ingeperkt (iets minder dozen, iets meer ruimte tussen de dozen), maar gingen toch van start (in 2005). Met de bedoeling klaar te zijn in najaar 2007 (nu dus), maar daar zit ondertussen nog een jaartje vertraging op. Een nieuwe bibliotheek, winkels, appartementen. Op maquette: En het resultaat?We maakten een wandelingetje van het Marktplein (Yuck! De kiosk op het marktplein met de nieuwe blokkendozen erachter is een hopeloos chaotische zicht. De huisjes rond de markt liggen er bij alsof ze zo snel mogelijk gesloopt willen worden om ook als blokkendoos omhoog te mogen), Een uurtje of twee, met klein mannen in de rugzak en dapper stappend, en een oponthoud aan de paardjesmolen in het Shoppingcenter. Plaatsen waar ik m’n jeugd heb gesleten. En die nu aanvoelen als een oude broek waar je nog eens probeert in te wringen. Ongemakkelijk, kil, koud. Nog een beetje vertrouwd maar toch niet meer wat je dacht dat het was. TenslotteNiet mis te begrijpen: Genk heeft een pak troeven! Genk is Bokrijk én Kattevennen, Genk is “De Maten” en hei, Genk is Winterslag, Waterschei én Zwartberg, Genk is KRC en een groot stuk van het geroemde Limburg fietsroutenetwerk, een scholenstad, Ford én een kanaalhaven, groen en uitgestrekt, een industrieel kloppend centrum van Limburg. Misschien, misschien, als over een jaar alles piekfijn gaat afgewerkt zijn, de auto’s verdreven, de bomen gegroeid, het leven teruggekeerd, het zonnetje schijnt, misschien kan dan dit hele project dan opnieuw een beetje elan geven aan Genk-Centrum. Positief alleszins dat er geïnvesteerd wordt. De slogan waar ze het “nieuwe centrum” mee willen promoten is “Genk, de G-plek”. G zou daarbij staan “voor gezelligheid en genieten”. Als het maar niet de G van “goed geprobeerd” en één “grote geeuw” gaat worden. De G-plek die G-spot werd, of zoiets …
sep
19
2007
Kruipertje
Ongeïdentificeerd kruipend voorwerp. (zie update onderaan deze blogpost) An Unidentified Creeping Object (UCO) in my garden. Don’t know what it has eaten or will eat, but certainly positive is his choice of colours (black & red, just as my favourite – longtime forgotten – club KFC Winterslag). update 28 september: thanks to Bart of Eigenwijze tuin, the little critter has been identified as a “Graphasoma lineatum”, dutch name “pyamawants“, english name “Stripes shield bug“. Apparently it is a member of the “Stinky bug” family, and although this member of that family smells of apples and is thus the least foul smelling of the lot, birds still won’t get anywhere near it … |
![]() |